Honden houden, net zoals mensen trouwens, niet van dubbelzinnigheid en onzekerheid.
Elk levend wezen zal een interactiesituatie interpreteren vanuit zijn eigen soortgebonden communicatieregels en hierdoor bepaalde verwachtingen gaan stellen. Als er niet aan het verwachtingspatroon wordt voldaan ontstaat er een communicatieprobleem. Dit communicatieprobleem zorgt voor interactiesituaties tussen mens en hond, waarbij de informatie die beide partijen proberen te verzamelen, veelal foutief wordt ingeschat.
Daarbij geloven, zowel mens als hond, dat ze deze onzekerheid kunnen reduceren. Ze proberen zo weinig mogelijk risico’s nemen en zullen zich vast houden aan, de eigen soortgebonden, bepaalde regels en overtuigingen. Ze blijven letterlijk hangen in een bepaald patroon. Beiden worden in dergelijke situaties gekenmerkt door een hoger niveau van angst en stress. Er ontstaat een emotioneel onevenwicht…
Dit is de voornaamste basis waaruit een bepaald probleem ontstaat met onze honden.
Met deze stelling willen we aantonen dat het probleem dus in twee richtingen werkt: actie-reactie. Elke ongewenste reactie op een bepaalde situatie, zowel door hond als door mens, vertrekt dus vanuit dit communicatieprobleem.
We moeten ervan uit gaan dat wij als mens de enigen zijn die dit patroon kunnen doorbreken.